Een kleinkind voor een laagje liefde meer

Door | mei 20, 2011

vrijdag 20 mei 2011 – (Marleen De Geest) – Een kleinkind weet gelukkig niets van wat het in een familie kan teweeg brengen. Als het goed is verdiept de wederzijdse liefde, simpelweg omdat er een laagje bijkomt. Als het tegenzit kunnen oude wonden worden opengehaald.

[ad#ad1]

De komst van een kleinkind brengt een soort stoelendans op gang waarbij iedereen een plaatsje opschuift. Een zoon of dochter wordt zelf een ouder, een rol die de nieuwe grootouders een beetje moeten verlaten om een andere opdracht te verkennen.
Niet dat het onooglijk hummeltje beseft wat er om hem te doen is. Met de geboorte van een zoontje of dochtertje kijken de jonge ouders, die hun eigen vader of moeder misschien wat waren ontgroeid, er naar uit om weer nauw in de armen te worden gesloten. Ook al was er een tijd waarin ze weinig of geen oren hadden naar ouderlijk advies, nu komt er zoveel op hen af dat de grootouders van hun kindje een soort geruststelling vormen.

In de nieuwe verhoudingen vormt respect het sleutelwoord. Grootouders moeten meer dan ooit de jonge ouders in hun eigenheid erkennen. Ze zijn kinderen van hun tijd en leggen de klemtonen navenant.
Op hun beurt verdienen de grootouders het respect van de jonge ouders. Zelden wordt het uitgesproken tegen de betrokkenen, toch hoor je oma’s en opa’s in besloten kring meer dan een keer opperen dat ze nog weinig tijd voor zichzelf overhouden na alle oppas en opvang.
Om hun rol goed en enthousiast te kunnen spelen moeten grootouders fit en opgewekt zijn. Een voorwaarde daartoe is voldoende rust en ruimte voor hun eigen bezigheden en belangstellingen. Niet zelden zijn de nog jonge oma’s en opa’s aan het werk en is het niet vanzelfsprekend om in de vrije tijd voor de kleinkinderen klaar te staan.

Anderzijds kan een weigering van de grootouders om het kleinkind of een veelvoud ervan op te vangen de ouders pijnlijk kwetsen. In het slechtste geval herinnert het aan een geringe beschikbaarheid van de ouders in hun eigen kinderjaren.

De situatie is nieuw voor iedereen en vooronderstellingen kunnen dus beter achterwege blijven tot de plaatsen goed en wel zijn ingenomen. Dan is het tijd voor een soort van ongeschreven contract tussen ouders en grootouders waarin iedereen zich kan vinden en iedereen zijn plek kent. Naargelang de omstandigheden kunnen afspraken worden bijgestuurd. Het mag overdreven lijken om de grenzen af te bakenen, in de praktijk blijkt dat alle partijen er plezier aan beleven.
Op die manier wordt het kleinkindje het cement van de familie. De glimlach die het aan zijn grootouders teruggeeft werkt als heuse ‘super glue’.

[ad#ad3]

Een reactie achterlaten