Netwerk belangrijker dan reële capaciteit

Door | mei 31, 2011

dinsdag 31 mei 2011 – (Marleen De Geest) – Niet zozeer wat we kunnen en doen wordt beloond, wel de waarde van ons netwerk. Talent bestaat niet langer uit een bepaalde competentie maar uit de vaardigheid om contacten aan te brengen, aldus de Amerikaanse socioloog Richard Sennett.

[ad#ad1]

We hebben met z’n allen het gevoel dat we in een meritocratie leven, bijgevolg naar verdiensten worden beloond en daartoe dus gelijke kansen hebben. De Amerikaanse socioloog Richard Sennett betoogt dat het tegendeel waar is. Een meritocratie werkt ongelijkheid in de hand, onder meer omdat niet zozeer wat we kunnen en doen belangrijk is maar wel wie we kennen en hoe nuttig ons netwerk is.

In de late zeventiende eeuw introduceerde de geheime echtgenote van Lodewijk XIV, madame de Maintenon, toelatingsproeven voor de Franse militaire academies. Zij kwam immers op het idee dat je om te vechten een goed soldaat moest zijn. Afkomst was daarvoor geen garantie en onder het volk zaten vast genoeg mannen die wel slag konden leveren. Zo ontstond de gedachte dat een goede positie kon worden verdiend in plaats van geërfd. De Franse encyclopedist Diderot uit de achttiende eeuw stelde dan ook ‘Talent is er in overvloed’. Alweer een stapsteen naar de gelijkheidsidee van de Verlichting.

Met de intelligentietesten die later werden ontwikkeld kon dat talent worden gemeten. Uit de resultaten kon men afleiden dat het overgrote deel van mensen een gemiddelde intelligentie bezit, die overigens voldoende blijkt om de meeste jobs uit te voeren. Dat staaft Diderots opvatting dat er talent in overvloed is. Toch spitst men zich vaak toe op de ‘allerslimsten’ en worden vaardigheden als loyaliteit ten aanzien van het bedrijf of handigheid genegeerd. Zo komt men tot de overtuiging dat talent schaars is.

Personalisering

Als talent schaars is zoals nu wordt gedacht, dan is de meritocratie een bron van ongelijkheid en levert ze juist minder in plaats van meer kansen op.
Na de tweede wereldoorlog kwam daar nog de ontwikkeling bij dat medewerkers steeds meer om hun netwerk van contacten worden geapprecieerd dan om wat ze werkelijk kunnen en daarmee doen. Deze trend noemt Sennett ‘personalisering’ omdat talent steeds nauwer met de persoon en zijn context is verbonden en minder met wat hij doet. De globalisering doet het belang en de exclusiviteit van het netwerk nog toenemen. Zij die er toe doen, vormen een steeds kleinere en meer besloten kring.

Diegene die het maakt is niet meer diegene die zijn talent gebruikt om iets concreets tot stand te brengen. Wel wordt diegene die een nieuw contact aanbrengt dat op zijn beurt naar een nieuwe opdracht leidt daarvoor beloond. Of zoals het internationaal consultancykantoor McKinsey het uitdrukt: ‘You are not responsible for outcomes, you are responsible for contacts.’
De zo begrepen meritocratie sorteert bovendien een negatief sociaal effect omdat diegene die het maakt zijn eigen omgeving ontgroeit en bij de achterblijvers met minder lef een gevoel van ressentiment opwekt.

Sennett die zelf cello speelt en van een muziekcarrière moest afzien vanwege een kwetsuur aan de hand, pleit voor het opwaarderen van vakmanschap. Ook sociale vaardigheden als ‘weten hoe je met mensen moet omgaan, van hen informatie verkrijgen, oprechte belangstelling voor hen betonen, moeten worden beloond.
Verder is het hem op basis van zijn onderzoek duidelijk dat meer mensen toegang tot jobs moeten krijgen omdat ze er voldoende bekwaam voor zijn. De erkenning van competenties moet een fundamenteel rechtsprincipe zijn in de moderne economie. Dan kan de culturele mythe dat talent schaars is worden doorprikt en wordt de meritocratie weer een bron van gelijkheid.

Bron: Ethische perspectieven, Overlegcentrum voor Ethiek van de KULeuven

[ad#ad3]

Een reactie achterlaten