Primatenvrouwtjes en wat ze ons kunnen leren

Door | juli 18, 2013

Vrouwen moeten er niet naar streven om er op te lijken maar ze kunnen wel heel wat leren van vrouwtjes van andere primatensoorten, tenminste als het over voortplanting en moederschap gaat. Biologisch antropoloog dr. Robert Martin bestudeert het onderwerp al veertig jaar en blijft gefascineerd door het menselijk copuleren en zijn effecten.

[ad#ad1]

Veertig jaar studie in het domein van de fertiliteit levert heel wat kennis en levenswijsheid op. De bioloog en antropoloog dr. Robert Martin is als geleerde tevens curator van het natuurhistorisch museum in Chicago.

Van hem is nu het boek uit ‘How Do We Do It: The Evolution and Future of Human Reproduction’.

Een vraag die wel eens opduikt bij de zorgvuldig in paartjes levende westerling is, zijn we daar eigenlijk wel voor gemaakt?

Dr. Martin stelt dat 85 procent van de menselijke samenlevingen polygaam zijn. Met als voorbehoud dat monogamie heel vaak voorkomt omdat mannen niet genoeg middelen hebben om meerdere vrouwen te onderhouden.

Bij andere primaten zie je ook allerlei samenlevingsvormen, aldus de wetenschapper, zowel monogaam als in harem of groepjes waar meerdere mannetjes bij een vrouwtje blijven.

De mens is niet eens zo specifiek in vergelijking met andere primaten. Tenzij dat hij doorheen de hele cyclus paart. Maar er zijn ook apen die dat doen, weet hij.

Spermakwaliteit daalt onrustwekkend

Behalve die leuke vaststelling zijn er ook onthutsende berichten. De verloedering van het milieu laat ook het mannelijk sperma niet onaangetast. Dat is een duidelijke vaststelling in geïndustrialiseerde landen. Om de vergelijking te maken met ontwikkelingslanden zijn er te weinig gegevens beschikbaar over Afrika en Zuid-Amerika.

Bij ons zijn de chemicaliën in de omgeving de grote schuldigen. Martin denkt in de eerste plaats aan Bisfenol A, een synthetische stof die het alomtegenwoordig plastic hard maakt. BPA zorgt er onder meer voor dat het aantal spermatozoïden onrustwekkend daalt.

Door de verontreiniging beschikken steeds meer mannen over te weinig zaadcellen in hun sperma. Een ejaculatie telt gemiddeld 250 miljoen zaadcellen. Beneden de 60 miljoen is er een fertiliteitsprobleem. Enkel gezonde zaadcellen passeren de baarmoederwand, dat is een van de redenen waarom er zoveel nodig zijn voor een bevruchting. Deze selectie wordt bij IVF overgeslagen.

Trouwens, in verband met gezonde voortplanting, weet men vooral veel over vrouwen, aldus dr. Martin. Maar ook mannelijke zaadcellen verouderen met mogelijk nefaste gevolgen voor de nakomelingen.

Vrouwen worden geboren met cellen die volwaardige eitjes worden. Dat proces neemt af met de leeftijd om bij de menopauze te stoppen. De ideale leeftijd om kinderen te krijgen ligt tussen de twintig en de vijfentwintig jaar. Maar het is mogelijk dat het vrouwenlichaam zich op termijn aanpast aan het gegeven dat zwangerschappen nu dikwijls worden uitgesteld vanwege de loopbaan. Er is te weinig over bekend om daarover een zinnige uitspraak te doen, zo meent dr. Martin.

Ook de afnemende frequentie van de copulatie kan voor problemen zorgen, stelt de bioloog. Omdat vrouwen en mannen met de leeftijd minder paren, vergroot de kans dat een verouderde zaadcel aan een niet zo pril eitje wordt gekoppeld. Hij ziet hierin een mogelijke verklaring voor het optreden van het syndroom van Down bij een baby van een ouder koppel.

Gevaarlijke periodieke onthouding

De paus zou zich beter niet met de voortplanting bemoeien. Want periodieke onthouding, de enige door de Kerk aanvaarde manier van geboortebeperking, is ronduit gevaarlijk, stelt dr. Martin. In tegenstelling tot wat altijd werd gedacht, kan een zaadcel tot tien dagen in de baarmoeder overleven. Dr. Martin is zich ervan bewust dat dit een controversiële uitspraak is.

Hoe dan ook, deze vaststelling maakt voor hem de periodieke onthouding als methode onbetrouwbaar. Bovendien vergroot ze de kans dat een oude zaadcel met een oude eicel wordt gecombineerd, precies omdat men de vruchtbare periode vermijdt. Dat kan miskramen of afwijkingen voor gevolg hebben.

Ook over borstvoeding en moedermelk heeft de man zijn opvattingen. Vrouwen zijn erop voorbereid om de baby drie jaar zelf te voeden, na het eerste jaar wordt de moedermelk met andere voeding aangevuld.

Deze keuze is voor henzelf op korte en lange termijn de beste oplossing. De baarmoeder herneemt na de bevalling snel haar oude vorm en in latere jaren heeft de vrouw minder kans op ziekten in het reproductief systeem.

Moedermelk heeft idealiter, net als bij de primaten, een laag vet- en proteïnegehalte en een hoog suikerpeil. Door volgens een schema te voeden, stijgt het vet- en proteïnegehalte en daalt het suikerpeil. De beste samenstelling blijft bewaard bij het voeden op vraag van de baby, aldus dr. Martin.

Pasgeboren aapje slimmer dan mensenbaby

Maar het laatste wat hij wil is vrouwen schuldgevoelens geven als ze naar artificiële melk grijpen. Vooral doen als je dat wenst, zegt hij. Let er wel op dat de samenstelling zo dicht mogelijk de moedermelk benadert en maak zoveel mogelijk fysiek contact met je baby. Werkende moeders krijgen de raad om het gemis daaraan tijdens de werkuren later ruimschoots te compenseren.

Vandaar de aanbeveling aan werkgevers om jonge moeders heel flexibel te laten werken zodat ze voldoende tijd met hun kindje kunnen doorbrengen. Beweeg hemel en aarde om hen toe te laten het kindje te koesteren, aldus dr. Martin.

Waar dat voor nodig is, voert terug naar de primaten. Die dragen hun baby de hele dag met zich mee, dicht tegen hun vacht. Terwijl het kleintje toch zelfstandig kan rondkruipen of lopen. Een mensenbaby kan al helemaal niet zonder zorg in de eerste levensjaren.

Dat komt dan weer doordat de hersenen onderontwikkeld zijn bij de geboorte, de omvang ervan is slechts een kwart van een volwassen brein. Als het verder zou doorgroeien in de baarmoeder, zou het babyhoofdje bij de geboorte nooit door het bekken van de moeder kunnen. Pas na een jaar zijn de hersenen van een mensenkind zover ontwikkeld als die van een aapje bij zijn geboorte. Moeders hebben dus hun handen vol met het grootbrengen van hun kindje en moeten daarbij de nodige sociale steun krijgen.

[ad#ad3]

Een reactie achterlaten