Verkrachting, ons land op zijn primitiefst

Door | november 7, 2012

Verkrachting blijkt niet zo een marginaal gebeuren te zijn als we zouden wensen. Vorig jaar werden meer dan drieduizend gevallen gemeld en 232 groepsverkrachtingen, dat zijn er vijf per week.

De 3.024 verkrachtingen die vorig jaar bij de politie werden gemeld, laten de slachtoffers buiten beschouwing die te bang of te geschokt waren om aangifte te doen. Of die de moeite niet namen omdat de kans op veroordeling van de dader zo klein is.

De helft van de klachten die bij het parket worden ingeleid, worden geseponeerd. Wat wil zeggen dat niemand wordt vervolgd.

Vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel geweld laten dikwijls teveel tijd over de gebeurtenissen heen gaan. Als ze in eerste instantie de behoefte voelen om alle sporen te verwijderen, vernietigen ze daarmee ook de bewijslast.

In 58 procent van de gevallen is het slachtoffer wel bekend maar slechts de helft wordt in verdenking gesteld, niet zelden omdat het om een familielid of bekende gaat en er dan nog meer twijfel zou bestaan of het slachtoffer toch niet zou hebben toegestemd.

Nauwelijks vijftien procent van de meldingen leidt uiteindelijk tot een veroordeling.

Gespecialiseerd personeel bij politie en gerecht

Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet belooft ervoor te zullen zorgen dat verkrachting als prioriteit wordt opgenomen in het Nationaal Veiligheidsplan maar dat vindt het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) onvoldoende. Concrete acties bij politie, parket en hulpverlening dringen zich op.

Het VOK pleit voor een gespecialiseerd opvangcentrum in elke centrumstad binnen één van de ziekenhuizen. Een multidisciplinair team staat er slachtoffers medisch, psycho-sociaal en juridisch bij. Op die manier vindt het eerste medisch gerechtelijk onderzoek plaats in een omgeving waar meteen hulp voorhanden is. De aanwezige juridische bijstand kan slachtoffers aanmoedigen om klacht in te dienen.

Er is nood aan gespecialiseerd politioneel en gerechtelijk personeel en ook aan een magistraat specifiek voor seksueel geweld. De belangrijkste reden voor seponering is het gebrek aan bewijs en een onbekende dader. Betere opsporings- en verhoortechnieken zijn daarom cruciaal. Verkrachte vrouwen die aangifte doen, ondergaan een onderzoek met de seksuele-agressieset, waarbij onder meer een DNA-staal wordt afgenomen. Alleen, heel wat van die stalen blijven ononderzocht, aldus het VOK. Daarnaast zijn ook betere verhoortechnieken nodig waaronder een doorgedreven toepassing van het audiovisuele verhoor voor volwassenen.

Er zit momenteel weinig lijn in de bestraffing van daders van seksueel geweld en die weerspiegelt ook niet altijd de ernst van het misdrijf. Omdat de recidive hoog is, is het belangrijk om veroordeelden van verkrachting nauw te blijven opvolgen. De strafuitvoeringsrechtbanken moeten betrokken worden bij voorwaardelijke invrijheidsstelling.

Het VOK blijft de problematiek van geweld in het algemeen en van seksueel geweld in het bijzonder verder opvolgen en zal er ook op de Nationale Vrouwendag van 11 november niet aan  voorbijgaan.

 

Een reactie achterlaten