‘De acht bergen’ van Paolo Cognetti
Veel existentiëler zal een roman niet meer worden

Door | oktober 8, 2018

Mensen trekken de bergen in, laten er hun sporen achter, proberen ze te beheersen of er zich zelfs thuis te voelen. En toch is de hoofdrol in het boek weggelegd voor de bergen. Zij bepalen of het lukt en beslissen uiteindelijk over het lot van hun bezoekers.

AchtBergen02Cognetti schreef geen autobiografische roman, wel een soort van verlengstuk van zijn leven. Zoals het eventueel ook had kunnen zijn. Op die manier probeert hij greep te krijgen op mensen en dingen om hem heen en ze ook te ‘begrijpen’. Dat vindt hij nodig want hij houdt er oprecht van en die liefde is tastbaar in zijn verhaal. Mensen leven er niet langs elkaar heen maar zijn bijzonder betekenisvol voor elkaar, zelfs als het de schijn van het tegendeel heeft.

Dat maakt van ‘De acht bergen’ een existentieel boek. Het gaat over het echte leven, niet zoals het wordt gedroomd of geprojecteerd maar zoals het echt wordt geleefd. Dag in dag uit, seizoen per seizoen, jaar na jaar. Het wordt een bouwproces. Met een paar bewust gekozen bouwstenen en de nodige toevalligheden en wisselvalligheden.

Mysterieuze lariksen    

Pietro verblijft samen met zijn ouders elke zomer in het dorpje Grana in de Italiaanse Alpen. Daar sluit hij, door toedoen van zijn moeder, vriendschap met zijn leeftijdsgenoot Bruno. Een vriendschap die samen valt met de alpenweiden, de koeien, het spiegelende water van bergmeren, de mysterieuze lariksen en in gesleten raakt in ruwe rotsen.

Op Pietro’s vraag waarom mensen voor zo een hard bestaan als het leven in de bergen kiezen,  antwoordt zijn vader ‘Daar hebben ze heus niet voor gekozen. Als iemand op grote hoogte gaat wonen, dan is dat omdat ze hem beneden niet met rust laten.’

De personages die over de acht bergen rondzwerven hebben het dan ook niet zo op de mensheid begrepen. Bruno is zwijgzaam, vooral in zijn jeugd omdat hij ronduit mentaal wordt verwaarloosd. In weerwil daarvan kan hij zich prima redden in de bergen, klimt en klautert, waadt door beken en vindt door wie weet welk instinct of voorkennis steeds de weg in het bos.

Het is Pietro’s moeder die hem echt tot zichzelf brengt. ‘Mijn moeder vond het nodig om zich met de levens van anderen te bemoeien’, vertelt Pietro. Ze biedt Bruno boeken aan en investeert tijd in zijn schoolse opvoeding. Dat verleent een bijkomende dimensie aan zijn leven want hij kan er nu ook over nadenken. Pietro en Bruno hebben veel te bespreken en uit te wisselen tijdens hun lange tochten. En zo blijkt dat mensen, ook de in zichzelf gekeerde, toch weer door anderen worden gemaakt en geboetseerd tot wie ze zijn.

Ook het landschap levert zijn bijdrage. De noodzakelijke zon- en schaduwzijde van een berg, de vallei die ’s winters volkomen somber en vrieskoud blijft omdat het licht er amper doordringt. De onherbergzaamheid van de hoogten tekent zijn bewoners.

Zo vergaat het mettertijd ook Pietro zelf. ‘Het was vooral mijn vermogen om alleen te zijn dat ik moest beschermen. Ik had tijd nodig gehad om te wennen aan de eenzaamheid, om die tot een plek te maken waar ik kon neerstrijken en me op mijn gemak voelen.’

Een huis met een rotswand

Wanneer ze ouder worden verstrijken er soms jaren voor Pietro en Bruno elkaar terugzien. Want Pietro denkt op een bepaald moment het wel te hebben gehad met die bergen en de spartaanse trektochten die hij samen met zijn vader maakte.

Pas veel later, na de dood van zijn vader, gaat Pietro er weer op af. Omdat de bergen zowat in de nalatenschap van zijn vader zitten en hij daar toch wat mee moet. Pietro en Bruno vinden elkaar dan weer helemaal terug. Hun vriendschap beleeft een hoogtepunt wanneer ze samen een huis bouwen tegen de rotswand op het stuk grond dat Pietro’s vader zijn zoon naliet.

Er wordt heel wat getimmerd en gebouwd in het boek. Met de middelen die voorhanden zijn en die de berg ter beschikking stelt. En zo niet met materialen die ze met veel moeite tegen de hellingen naar boven zeulen.

Maar of de bouwsels tegen de tijd en de gure omstandigheden zijn bestand, is nog maar de vraag.

De bergen, net als het leven zelf, blijken immers niets en niemand te ontzien. Uiteindelijk blijft alleen de vriendschap en de liefde overeind.

Misschien is dit wel waar het boek met zijn vage en schuivende verhaallijn echt over gaat. Over liefde voor de meren, bomen en graslanden, rotspartijen en puinhellingen, liefde voor passanten in je leven, warme herinneringen aan innige momenten tussen moeder en zoon en aan onvermoede bezorgdheid van de vader voor de zoon. Liefde en vriendschap, daarmee moet het een mens het stellen, op de hoogste bergtoppen en in de diepste dalen.

‘De acht bergen’ is heel mooi vertaald door Yond Boeke en Patty Krone, in hun woorden klinkt het vloeiende Italiaans door.

‘De acht bergen’ van Paolo Cognetti werd uitgegeven bij de Bezige Bij en telt 224 bladzijden. ISBN 9789023466413

 

 

Een reactie achterlaten