What Makes an Apple?’ Six Conversations about Writing, Love, Guilt, and Other Pleasures

Door | september 11, 2022

Uitgeefster Shira Hadad praat met Amos Oz

Amos Oz was naar verluidt even eloquent in zijn spreken als briljant in zijn schrijven. In ‘What Makes an Apple?’ is hij aan het woord en het boek leest als het boeiende afsluitende hoofdstuk van zijn leven waarin hij reflecteert over het waarom en hoe van zijn schrijven. Voor wie graag leest een bijzonder relevante getuigenis van een groot schrijver. Amos Oz overleed in 2018 maar in de intense en genegen samenspraak met Shira Hadad leeft hij en die sfeer wensen we in de tegenwoordige tijd te bewaren.

In het meesterwerk ‘Een verhaal van liefde en duisternis’ vertelt Amos Oz over zichzelf. Van waar hij precies komt, wie zijn ouders waren en welke achtergrond zij hem voor zijn leven bezorgden.

De tragische achtergrond van Joden uit het Oostblok die Russisch met elkaar praatten als ze niet wilden dat de kleine Amoz hen verstond. Er viel zoveel te vertellen en te verzwijgen in het Palestina van vlak na de tweede wereldoorlog. Oz’ ouders hadden zich in een armtierige buitenwijk van Jeruzalem gevestigd. Waar alles buiten bereik en tot het terrein van de verbeelding behoorde, van het rijke Jeruzalem van de intellectuelen en de kunstenaars tot de hele schitterende maar gevaarlijke Europese buitenwereld.

 

Spion

In ‘What Makes an Apple’ voert Oz de lezer eens te meer terug naar het Jeruzalem onder het Britse mandaat, de onafhankelijkheidsoorlog en de eerste jaren van de pas opgerichte staat Israël. Want daar ligt nu eenmaal het begin en de reden van zijn schrijverschap.

Oz schrijft immers omdat er dingen zijn die hij niet verloren wil laten gaan, het Jeruzalem van de schrijvers en hoe er in de stad werd geconverseerd.

De kleine Amos leefde als een spion. Als kind al moest hij uren bij de grote mensen zitten die zaten te palaveren, waarbij vooral mannen praatten en vrouwen hen enkel mochten bevestigen of hoogstens een vraag stellen. Om niet gek te worden van eenzaamheid luisterde Amos de gesprekken af, ook aan naburige tafels en observeerde hij mensen, hun kleding, hun manier van zijn. Een gewoonte die hij zijn leven lang onderhoudt. Dat alles levert stof op voor verhalen, niet letterlijk en volledig maar fragmentarisch.

‘What makes an apple? Water, earth, sun, an apple tree, and a bit of fertilizer. But it doesn’t look like any of those things. It’s made of them but it’s not like them. That’s how a story is: it certainly is made up of the sum of encounters and experiences and listening.’

Verder was Oz een nieuwsgierig mens, zijn verhalen zijn een antwoord op de vraag ‘hoe is het om hem of haar te zijn?’

Kwart over vier in de ochtend

Een schrijversritueel heeft hij ook. Om kwart over vier uur in de ochtend wandelt hij door de straten van de donkere stad en ordent zijn gedachten, zet de dingen in perspectief. Iets voor vijf zit hij met een kop sterke koffie aan zijn bureau en schrijft. Of probeert te schrijven. Al kan hij niet schrijven zonder dat hij obsessief alles op zijn plaats heeft gezet, geen kopje of schoteltje dat aan zijn aandacht ontsnapt.

Maar het schrijven lukt dus niet altijd of soms gaat het heel langzaam. In de tijd dat Oz nog in de Kibboets woonde leidde dat tot grote schuldgevoelens. Hij beschikte slechts over een dag in de week om te schrijven, de rest van de tijd moest hij zoals iedereen werken op het veld maar wel dubbel zo hard om de tijd van schrijven in te halen. Als hij dan slechts een zin schreef om die de volgende keer te vernietigen, was zijn tijd op het toilet, want daar schreef hij ‘Mijn Michael’ met de hand en een kunstboek over Van Gogh als onderlegger, volkomen zinloos geweest.

In elk geval heeft Oz de moed om talloze nieuwe versies te maken van passages in zijn boeken. Dan legt hij de kladjes naast elkaar om er een uit te kiezen of weer een heel andere versie te maken.

Snel opgeven doet Oz niet, hij ploetert soms bijzonder lang om het te hebben zoals hij het wenst. En soms moet hij compromissen sluiten, komt het geschrevene er niet helemaal uit zoals hij het had bedacht. ‘I don’t know, for exemple, whether or not Bach compromised. The music he heard in his mind versus the music he wrote. Have you ever been to Leipzig?’ vraagt Oz aan zijn gesprekspartner. Om haar dan te vertellen over het dagboek van Anna Magdalena Bach als ‘a touching little book’.

Een compromis is noodzakelijk om een boek te kunnen beëindigen. Oz zet er een punt achter, na eindeloos veel kladjes en versies, als hij het boek letterlijk niet meer kan zien en hij het bij de uitgever inlevert. ‘Then I know of course, that it is not the best thing I’ve ever written. I keep mourning the third book, the one I wasn’t able to write, the unborn child. But I feel in that moment that it was the best thing I was capable of writing.’

Een compromis is voor Amos Oz nochtans een eervolle zaak. Hoewel sommigen het oneerlijk, opportunistisch of getuigend van een gebrek aan ruggengraat vinden, is het voor de auteur ‘a synonym for life. And the opposite of compromise is fanaticism and death’.

Amos Oz was medestichter van de ‘Peace Now’ beweging die de twee staten-oplossing naar voor schuift. Zelf vindt hij het geen geweldig idee maar wel een waardevol compromis tussen de twee naties die in Israël wonen.

Over oorlog kon hij gewoon niet schrijven. Oz was in de zesdaagse oorlog van 1967 en achteraf probeerde hij ‘de complete waanzin’ in woorden te vatten. Het lukte niet, zo vertelt hij aan Shira Hadad, omdat de stank van het front onbeschrijflijk is. En de stank blijkt essentieel te zijn.

Erotische verbeelding

Oz maakt er geen dogma van maar gelooft dat boeken in de verleden tijd moeten worden geschreven, op enkele schaarse uitzonderingen na. Schrijvers leven omziend meent hij.

Hoe dan ook wordt schrijven er met de jaren en het aantal geschreven boeken niet makkelijker op volgens Oz. Schrijven is als autorijden, vertelt hij, je hebt een voet op het gaspedaal en een op het rempedaal. De eerste voet is de onschuld en de opwinding, de tweede is bewustzijn en zelfkritiek en die wegen met de jaren zwaarder door.

‘When I started writing (…) I just didn’t know what I was doing, where I was going. Today I have much less courage than I had when I wrote my first stories. Even ‘My Michael’, I don’t know if I ‘would have the courage to write that kind of book today.
What do you have instead of courage?
Patience.’

Vrouwen zijn voor Amos Oz uit een aparte soort sterrenstof gemaakt, zo lijkt het toch als je zijn boeken leest. Hij kijkt ernaar, altijd met een zweem van erotiek. Maar dat is een hele tijd niet zo geweest. In ‘What Makes an Apple?’ vertelt hij over zijn seksuele coming of age. Heel lang voelde hij zich minderwaardig tegenover de gebruinde stoere binken. Met als gevolg dat hij meisjes haatte. In de Kibboets was een normale omgang met hen ook niet mogelijk. Het is pas door de literatuur en door zijn verbeelding, een karaktertrek die hij van zijn moeder erfde, dat hij meisjes en vrouwen anders ging zien. Madame Bovary en Anna Karenina hebben hem de ogen geopend. Hij kon zich psychologisch in hen inleven en merkte dat ze niet zo vreemd en ver waren als hij altijd had gedacht. Uiteindelijk benaderde hij hen en betoverde hen met zijn erotische verbeelding en ontdekte zelf de ‘nobele’ kant van aantrekkingskracht en liefde.

Feministen kan Oz niet helemaal volgen. Op het moment dat Simonne de Beauvoir beweert dat er geen verschil tussen mannen en vrouwen bestaat of mag bestaan, haakt hij af. ‘Because in my humble opinion there is a difference.’

Het geschenk van de literatuur

Oz was behalve schrijver ook professor literatuur aan de Ben Goerion Universiteit. In zijn lessen ging het volgens hem minder om de betekenis van boeken als wel over hun weldaad. ‘I say: the gift of literature (…) It’s the pleasure of becoming acquainted, with both the familiar and the foreign. I think they are both gifts. I won’t tell you they are always a pleasure. Becoming acquainted with yourself is often the opposite of pleasure. And becoming acquainted with something foreign is also sometimes very difficult. But it is a gift. Everything suddenly expands. That to me, is the gift of literature. And my delight as a storyteller is to give you a gift as a reader.’

Even goed maakt Oz zich geen enkele illusie over de invloed die schrijvers uitoefenen, op lezers of op de bredere samenleving. Ooit was dat wel het geval, vertelt hij, toen hij nog heel jong en Israël in de maak was. Het moet de Joods-Slavische traditie zijn geweest, denkt hij, want in Rusland was dat ook het geval vanaf de tweede helft van de 19de eeuw tot aan het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Jongere Israëlische auteurs laten zich niet langer in met politiek. Op Dorit Rabinyan na misschien.

Oz schreef zijn leven lang wekelijks opiniestukken in de belangrijkste Israëlische kranten. Politici nodigden hem uit voor gesprekken. Altijd prezen ze hem om zijn taal maar nooit gaven ze hem gelijk.

Aan Shira Hadad vertelt hij dat hij zijn visie niet meer wenst te verdedigen, zijn rol is uitgespeeld en zijn woorden worden niet langer gelezen, laat staan dat ze zelfs maar een enkeling zouden van gedachte doen veranderen.

Hij vraagt zich af of er wel zoiets als invloed bestaat. Het Hebreeuws zou het onderscheid moeten   maken tussen invloed hebben en een merkteken achterlaten. De geest van mensen wordt immers wel veranderd door bepaalde boeken, muziekstukken en andere kunstwerken.

‘There’s Bach’s Cantata BWV 106: the first time I heard that, I knew I would never again be the same exact person. That happened to me with ‘Crime and Punishment’ (…) and with Chekhov. It happened with Agnon’s ‘A Simple Story’ (…)

Oz noemt zichzelf een pessimist. ‘Terrible things might happen, but good things might happen too, things that no one can conceive of. Almost all things that changed reality throughout my life have been unexpected.’

Aan het eind van zijn leven ergert hij zich aan een wereld waarin vooral korte berichten worden gestuurd en gelezen en literatuur op het achterplan raakt. ‘I’m talking about the systematic infantilization of humanity.’

 

Uitgeefster Shira Hadad sprak met Amos Oz in 2014 toen zijn laatste boek ‘Judas’ zou worden gepubliceerd. Shira Hadad behaalde cum laude een Ph.D. Graduate in literatuur aan Columbia University. Haar doctoraatsthesis ging over het werk van Shai Agnon. Agnon is een belangrijke Hebreeuwse schrijver en Nobelprijswinnaar. In zijn boeken gaat het dikwijls over het Joodse traditionele bestaan in een veranderende wereld.

Amos Oz ontmoette Agnon vaak als kind en later als universiteitsstudent. In ‘Een verhaal van liefde en duisternis’ neemt hij een stukje van een brief op die hij ooit van Agnon ontving. ‘De dingen die je mij over je boek schreef, brachten mij de beeltenis van je moeder, moge zij rusten in vrede, voor ogen. Ik herinner mij dat zij mij eens, vijftien of zestien jaar geleden, uit naam van je vader, moge hij leven, een van zijn boeken bracht. En misschien was jij ook bij haar. Toen ze gekomen was stond ze op de drempel van de kamer en haar woorden waren weinig. Maar haar gezicht is mij in zijn bevalligheid en zuiverheid lange tijd bij gebleven, Met oprechte groet, S.J.Agnon’

Oz’ moeder pleegde zelfmoord toen hij elf jaar oud was.

What Makes an Apple?’ Six Conversations about Writing, Love, Guilt, and Other Pleasures – Amoz Oz & Shira Hadad – is uitgegeven door Princeton University Press, Oxford – ISBN 9780691230276.