Vrouwen geduld

Door | maart 4, 2010

donderdag 4 maart 2010 – (Marleen De Geest) – Er moet een tijd zijn geweest waarin werd uitgekeken naar de dames die met ontblote schouders en ruisende rokken de Weense concertzaal van het Musikverein vulden. Maar ook vandaag nog worden vrouwen door de Weense Filharmonie bij voorkeur in de rol van passieve bewonderaarster gehouden. Het wereldwijd gerenommeerd orkest is het laatste bastion van de klassieke muziek dat graag een homogene klank voortbrengt en die is mannelijk en blank.

[ad#ad1]

Geen enkel internationaal gereputeerd orkest telt zo weinig vrouwelijke muzikanten, slechts drie procent. Nochtans is de discriminatie van vrouwen in 1997 weggestemd door de orkestleden. Voor die tijd werden vrouwen dus wel expliciet uitgesloten.

Het orkest ging toen naar de Verenigde Staten op toernee en daar zou het vanwege de publieke opinie de wind van voren krijgen. Dus werd op de valreep harpiste Anna Lelkes meegenomen. Zij speelde trouwens al af en toe mee maar dan wel voor een geringere gage. En altijd werd ze buiten beeld gehouden.

Als u op nieuwjaarsmiddag al voldoende uitgeslapen bent om tijdens de vloeiende Blauwe Donau naar vrouwen te speuren, zult u er nog steeds weinig vinden. De audities van de Weense filharmonie leveren slechts zelden vrouwelijke muzikanten op en als dat wel geval is dan blijven ze meestal in de proeftijd hangen. In 2008 nochtans werd Albena Danailova tot orkestmeester benoemd.

Maar buiten de sectie snaren zijn in geen geval vrouwen te vinden sinds hoboïste Helene Kenyeri werd ontslagen.
Het moet gezegd dat orkesten geen familievriendelijk werkschema hebben en vaak op toernee gaan. Maar dat vormt ook voor de mannelijke muzikanten een bijkomende moeilijkheid.

Vooroordelen

In de meeste orkesten is de verhouding tussen de seksen ongeveer fifty fifty. Ook dat ging niet zonder slag of stoot. In zijn boek ‘Intuïtie, De kracht van denken zonder erbij na te denken’ haalt Malcolm Gladwell het moeizaam integratieproces van vrouwelijke muzikanten in orkesten aan als bewijs dat intuïtie vastgeroeste vooroordelen kan opruimen.

Zo vertelt hij het verhaal van de Italiaanse tromboniste die in 1980 auditionneerde voor de Münchense filharmonie. Omdat er een kandidaat familie was van een jurylid dienden alle deelnemers achter een scherm te spelen. Conants prestatie schitterde evenwel en ze werd meteen verkozen, de andere kandidaten hoefden zelfs niet meer te proberen. Alleen, toen Conant van achter het scherm kwam was de jury niet voorbereid op het feit dat ze een vrouw was. Blaasinstrumenten waren nu eenmaal het domein van mannelijke muzikanten. Ze werd aangeworven maar eenmaal ze haar plaats in het orkest innam begon men te vitten. De eerste indruk en de intuïtieve beoordeling moesten tegen de vooroordelen optornen.

Echter, naarmate muzikanten zich syndicaal gingen organiseren en objectieve selectieprocedures met kamerschermen eisten, werden steeds meer vrouwen in orkesten aangenomen. Dat je de vrouwelijke klank met de ogen dicht kon herkennen, was een achterhaald idee.

Muziek met een vrouwelijke ziel

Dat de Weense filharmonie zich afschermt van vrouwen staat in schril contrast met het aandeel vrouwen aan de Weense universiteit voor muziek en dramaturgie. Vrouwelijke studenten zijn met 62 procent in de ruime meerderheid en behalen doorgaans betere resultaten dan de mannelijke studenten. Overigens heeft het orkest vandaag evenmin niet blanke muzikanten in zijn rangen opgenomen.

Diep in hun hart blijven de muzikanten van de Weense filharmonie de gedachte trouw die zakelijk directeur Dieter Flury ooit verwoordde: ‘De uitzonderlijke klank en de Weense kwaliteit van ons orkest worden overal geroemd. Dat komt omdat we muziek maken met onze ziel en die is niet los te maken van onze Centraal Europesche cultuur en evenmin van gender. Daarom blijven we een homogeen orkest en moeten we de irritatie over seksisme en racisme er maar bij nemen.’

http://www.wienerphilharmoniker.at/

[ad#ad3]

Een reactie achterlaten